AVG

In het kader van de wet AVG ( in Europa GDPR genaamd) moeten bedrijven va 25 mei 2018 voldoen aan een aantal normen op het gebied van gegevensbewaring en -bescherming. Ook moeten bedrijven aangeven hoe ze met persoonsgevoelige info omgaan.

 

Hoe ga ik met uw gegevens om

Hieronder vind u mijn privacyverklaring en Algemene Voorwaarden.

Eventuele onnauwkeurigheden in deze tekst kunnen geen grond zijn voor enige juridische actie.

 

Privacy Verklaring april 2018

 

Identiteit

Mijn bedrijf is Petra van Aken Photography. Ingeschreven als eenmanszaak bij de Kamer van Koophandel onder nummer 66670411.

Moments by Petra is een onderdeel van Petra van Aken Photography, bedoelt voor de particuliere fotografie.

 

Opslag van uw gegevens

Met de grootste zorgvuldigheid ga ik met uw gegevens om. Wat bewaar ik:

- N.A.W. (naam, adres, woonplaats)

- bedrijfsnaam/KvKnummer/BTWnummer

- telefoonnummers

- emailadressen

- bankgegevens

- websites/soc.media accounts

- emailverkeer en andere contactberichten

Deze gegevens archiveer allen op externe opslag beveiligd met wachtwoorden. Ik maak geen gebruik van Cloudopslag hiervoor en schoon direct na verwerking in Whatsapp/Messenger/email deze gegevens op.

De bovengenoemde gegevens sla ik op om de redenen, het uitvoeren van uw opdrachten en voor mijn exposure (marketing), het gebruik van uw social media accounts en website(s) bij taggen en vernoemen. Ook wel wettelijk genoemd: 'Uitvoering van een overeenkomst' en 'Gerechtvaardigd Belang'.

 Overige gegevens sla ik niet van u op!

 

Vertrouwelijkheid

Uw gegevens worden vertrouwelijk behandeld. Ze worden niet verstrekt aan derden door mij.

Uitzondering hier op is, wanneer ik u door verwijs naar een collega als ik uw opdracht niet kan doen. Wanneer dit het is zal ik eerst met u contact opnemen en uw toestemming vragen voor het delen van 1 van de gegevens.

Ook bij vermelding, tags en vernoemingen op social media e.a. online middelen vraag ik u eerst om toestemming.

 

Aansprakelijkheid

Ik, noch mijn bedrijf, kunnen aansprakelijk gesteld worden voor schade die u ondervindt door het gebruik van uw gegevens dat plaatsvind zonder mijn toestemming.

 

Toestemming

Wanneer u gebruik maakt van mijn contactformulier en/of een opdracht verleent, geeft u aan dat ik uw gegevens mag opslaan voor bovengenoemde doelstellingen en op bovengenoemde wijze.

 

Portetrecht

Tijdens evenementen maak ik foto's van mensen. Deze staan vervolgens herkenbaar op de foto. Het recht van iemand portret valt onder wet van Portretrecht en niet onder de AVG. Hierin is niets verandert.

 

Inzage

U heeft ten alle tijden het recht om de gegevens op te vragen die ik van u heb opgeslagen, voor zover ze onder de Wet AVG vallen. U krijgt binnen 4 weken reactie.

 

Klachten

Mocht u problemen hebben met de gegevens die ik van u heb opgeslagen, dan kunt u een klacht indienen bij de Autoriteit Persoonsgegevens

 

 


Algemene voorwaarden

1. Definities
In deze Algemene Voorwaarden wordt verstaan onder: Aw: Auteurswet 1912
Fotografisch werk: fotografische werken zoals bedoeld in artikel 10 lid 1 sub 9 Aw, dan
wel andere werken in de zin van de Aw, welke met bedoelde fotografische werken op
één lijn kunnen worden gesteld.
Fotograaf: de gebruiker in de zin van art. 6:231 BW.
Wederpartij: de wederpartij in de zin van art. 6:231 BW.
Gebruik: verveelvoudiging en/of openbaarmaking in de zin van artikel 1 jo. 12 en 13 Aw.
2. Toepassing
Deze Algemene Voorwaarden zijn van toepassing op alle rechtsbetrekkingen tussen
een Fotograaf en een Wederpartij, inclusief offertes, opdrachtbevestigingen en
mondelinge of schriftelijke overeenkomsten, ook na het beëindigen van een
overeenkomst, tenzij partijen schriftelijk en uitdrukkelijk van deze voorwaarden zijn
afgeweken.
3. Vergoeding
3.1 Indien partijen geen vergoeding zijn overeengekomen, bepaalt de Fotograaf
eenzijdig en naar redelijkheid en billijkheid de vergoeding, waarbij rekening gehouden
wordt met de omvang en de reikwijdte van het door de Wederpartij gewenste gebruik
van het werk.
3.2 Noodzakelijke kosten en/of meerwerk dienen door de Wederpartij te worden
vergoed.
4. Factuur en betaling
4.1 Betaling dient te geschieden binnen 14 dagen na factuurdatum.
4.2 Indien de Fotograaf het verschuldigde bedrag niet binnen de in 4.1 bedoelde
termijn heeft ontvangen, is de Wederpartij de wettelijke rente te vermeerderen met 2%
verschuldigd over het factuurbedrag.
4.3 Indien de Wederpartij in verzuim is of op andere wijze tekort geschoten in de
nakoming van één of meer van zijn verplichtingen, een inbreuk op auteursrecht
daaronder begrepen, dan komen alle kosten die de Fotograaf ter verkrijging van
voldoening in en buiten rechte voor rekening van de Wederpartij.
4.4 Geen enkel gebruik van het Fotografisch werk op welke wijze dan ook is
toegestaan, zolang de Wederpartij enige uitstaande factuur van de Fotograaf nog niet
heeft voldaan.
5. Klachten
Klachten inzake het geleverde werk dienen zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval
binnen tien werkdagen na levering van de Fotografische werken schriftelijk/per mail aan
de Fotograaf te worden medegedeeld. De Fotograaf heeft het recht binnen redelijke
termijn alsnog goed werk voor afgekeurd werk te leveren, tenzij dit tot onevenredige
schade voor de Wederpartij zou leiden.
6. Opdracht
6.1 De Fotograaf heeft het recht om alles dat bij een opdrachtovereenkomst niet
uitdrukkelijk is omschreven naar eigen technisch en creatief inzicht uit te voeren.
6.2 Wijzigingen in de opdracht door de Wederpartij om welke reden dan ook, komen
voor rekening van de Wederpartij en zullen door de Fotograaf slechts worden
uitgevoerd na aparte offerte van meerkosten die door de Wederpartij voor akkoord is
ondertekend en aan de Fotograaf is geretourneerd.
6.3 In geval van annulering van een opdrachtovereenkomst door de Wederpartij op
welk moment dan ook en om welke reden dan ook, heeft de Fotograaf recht op de
overeengekomen vergoeding. Ingeval van annulering is de niet-professionele
opdrachtgever enkel verschuldigd een naar redelijkheid vast te stellen deel van de
vergoeding waarbij rekening wordt gehouden met de reeds verrichte werkzaamheden.
7. Auteursrecht
Het auteursrecht op de Fotografische werken berust bij de fotograaf.
8. Licentie
8.1 Toestemming voor gebruik van een Fotografisch werk door de Wederpartij
wordt uitsluitend schriftelijk/per mail en voorafgaand verleend in de vorm van een
licentie zoals die naar aard en omvang door de Fotograaf is omschreven in de offerte
en/of de opdrachtbevestiging en/of de daarop toeziende factuur.
8.2 Indien omtrent de omvang van de licentie niets is bepaald, geldt dat deze
nimmer meer omvat dan het recht tot éénmalig gebruik, in ongewijzigde vorm, ten

behoeve van een doel, oplage en wijze zoals partijen bij het aangaan van de
overeenkomst conform het begrip van de Fotograaf, hebben bedoeld.
8.3 Exclusieve exploitatie moet altijd expliciet schriftelijk overeen worden gekomen
en valt niet onder het in artikel 8.2 genoemde exploitatierecht.
8.4 Het is de Wederpartij niet toegestaan het in dit artikel omschreven
exploitatierecht over te dragen aan derden behoudens voorafgaande schriftelijke
toestemming van de Fotograaf.
8.5 Tenzij anders overeengekomen, is de Wederpartij niet bevoegd om sublicenties
te verlenen aan derden.
9. Inbreuk op auteursrecht
9.1 Elk gebruik van een Fotografisch werk dat niet is overeengekomen, wordt
beschouwd als een inbreuk op het auteursrecht van de Fotograaf.
9.2 Bij inbreuk komt de Fotograaf een vergoeding toe ter hoogte van tenminste
driemaal de door de Fotograaf gebruikelijk gehanteerde licentievergoeding voor een
dergelijke vorm van gebruik, zonder enig recht te verliezen op vergoeding van overige
geleden schade (waaronder begrepen het recht op vergoeding van alle directe en
indirecte schade en alle daadwerkelijke gerechtelijke en buitengerechtelijke kosten).
10. Naamsvermelding en Persoonlijkheidsrechten
10.1 De naam van de Fotograaf dient duidelijk bij een gebruikt Fotografisch werk te
worden vermeld, of met een verwijzing naar het Fotografisch werk in de publicatie te
worden opgenomen.
10.2 De Wederpartij neemt bij de verveelvoudiging en openbaarmaking van een
Fotografisch werk te allen tijde de persoonlijkheidsrechten van de fotograaf conform
artikel 25 lid 1 sub c en d Aw in acht.
10.3 Voor iedere inbreuk op de aan de Fotograaf toekomende
persoonlijkheidsrechten ex artikel 25 Auteurswet, waaronder het recht op
naamsvermelding, is de Wederpartij een vergoeding verschuldigd van tenminste 100%
van de door de Fotograaf gebruikelijk gehanteerde licentievergoeding, zonder enig
recht te verliezen op vergoeding van overige geleden schade (waaronder het recht op
vergoeding van alle directe en indirecte schade en alle daadwerkelijke gerechtelijke en
buitengerechtelijke kosten).
11. Aansprakelijkheid en rechten van derden
11.1 De Fotograaf is bevoegd deze Overeenkomst aan te gaan en voornoemde
Licentie te verlenen.
11.2 De Fotograaf is jegens de Wederpartij niet aansprakelijk voor aanspraken van
derden en/of schade voortvloeiend uit de exploitatie en openbaarmaking van het Werk,
tenzij er sprake is van grove schuld of opzet aan de zijde van de Fotograaf.
11.3 De aansprakelijkheid van Fotograaf is in elk geval beperkt tot de hoogte van het
factuurbedrag, dan wel, indien en voor zover er sprake is van een verzekerde schade,
tot de hoogte van de onder de verzekering feitelijk uitgekeerde somma.
11.4 Indien derden jegens de Fotograaf en/of Wederpartij een vordering
aankondigen of aanhangig maken met betrekking tot het Werk, dan zullen de
Wederpartij en de Fotograaf in onderling overleg vaststellen of zij daartegen verweer
voeren en op welke wijze dat zal geschieden.
12. Faillissement/surseance
Zowel de Fotograaf als de Wederpartij hebben het recht de overeenkomst onmiddellijk
te beëindigen in geval van faillissement of surseance van betaling van de andere partij.
In geval van faillissement van de Wederpartij heeft de Fotograaf het recht de verstrekte
licentie te beëindigen.
13. Rechts- en forumkeuze
13.1 Alle gevallen waarin deze Algemene Voorwaarden van toepassing zijn, worden
beheerst door Nederlands recht.
13.2 Ieder geschil met betrekking tot de tekst en uitleg van deze Algemene
Voorwaarden en een rechtsbetrekking tussen de Fotograaf en de Wederpartij, zal
worden voorgelegd aan de bevoegde rechter in Nederland.
DuPho. | Dutch Professional Photographers
Piet Heinkade 181-K
1019 HC Amsterdam
© DuPho. Augustus 2016
Deze Algemene Voorwaarden zijn gedeponeerd bij de Rechtbank Amsterdam onder
nummer 66/2016



PORTRETRECHT

De Auteurswet beschermt de privacy van geportretteerde personen. Voor publicatie van een in opdracht gemaakt portret is altijd toestemming nodig van de geportretteerde. Personen die op initiatief van de fotograaf zijn gefotografeerd, hebben daarentegen een minder goede bescherming. In het kader van de persvrijheid kan de geportretteerde zich dan alleen tegen publicatie verzetten als hij daarbij een 'redelijk belang' heeft. Dat belang kan te maken hebben met de bescherming van zijn privacy, maar ook met zijn commerciële belangen. Zo is het niet toegestaan om het portret van bekende personen te gebruiken voor reclame als zij daar geen toestemming voor hebben gegeven.

PERSOONLIJK IN BEELD

8.1 Ongewenste publicaties

Anders dan het auteursrecht beschermt het portretrecht geen creatieve prestatie; het portretrecht richt zich op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer oftewel privacy. Het recht is enkel en alleen bestemd voor natuurlijke personen; rechtspersonen zoals bedrijven en voetbalclubs kunnen geen beroep op dit recht doen [noot 58]. Het portretrecht biedt alleen een oplossing voor ongewenste publicaties en niet tegen het maken van foto's als zodanig. Dit betekent dan ook meestal dat de geportretteerde na een ongewenste publicatie niet de fotograaf, maar de openbaarmakende partij – vaak een uitgever of televisieomroep – dient aan te spreken. De openbaarmaker kan zich ook niet verschuilen achter een eventuele auteursrechtelijke toestemming van de fotograaf (tenzij de fotograaf een portretrechtelijke vrijwaring heeft verstrekt). Auteursrechtelijke toestemming van de fotograaf staat geheel los van de toestemming van geportretteerden. Fotografen doen er verstandig aan om dit te benadrukken, bijvoorbeeld in hun algemene voorwaarden. Een geportretteerde die meent dat zijn portretrechten zijn geschonden, kan via de rechter een verbod vorderen op de verdere verspreiding van de publicatie, evenals een schadevergoeding voor de geleden schade.

8.2 Wat is een portret?

Van een portret is sprake wanneer iemand herkenbaar is afgebeeld. Daarbij spelen niet alleen de gelaatstrekken een rol, maar ook een eventueel kenmerkende lichaamshouding. Dit blijkt uit een rechterlijke uitspraak uit 1987 over een naaktfoto op de achterzijde van een reisgids voor naturisten [noot 59]. De vrouw op deze foto wist niets van deze publicatie. De uitgever van de reisgids stelde zich op het standpunt dat de vrouw onvoldoende, althans niet onmiddellijk en pas na nadere bestudering herkenbaar was. Haar lokken vielen gedeeltelijk over haar gezicht en haar ogen waren niet zichtbaar. De rechter oordeelde echter dat ook een typerende lichaamshouding kan leiden tot identificatie en herkenning van een persoon, zelfs als daar nadere bestudering voor nodig is.

In een rechtszaak uit 2005 speelde het gelaat van de geportretteerde zelfs in het geheel geen rol [noot 60]. Yellow Bear Company had het portretrecht van Katja Schuurman geschonden in een advertentie voor het product iLocal.nl, een identieke dienstverlening aan die van de Gouden Gids, maar dan uitsluitend via het internet. De advertentie van iLocal.nl vertoonde een look-alike van Katja Schuurman. Weliswaar was er geen gezicht te zien, maar verder vertoonde de gebruikte afbeelding alle karakteristieke kenmerken van de portretten van Katja Schuurman die de Gouden Gids gebruikt. De vrouw die in de reclame-uitingen voor iLocal.nl staat afgebeeld, had hetzelfde kapsel en dezelfde haarkleur, hetzelfde silhouet, postuur en houding en droeg gelijksoortige hoge hakken als Katja Schuurman. De rechter oordeelde dan ook dat het publiek onmiddellijk in de veronderstelling zou verkeren met Katja Schuurman van doen te hebben. Yellow Bear had hiermee haar portretrecht geschonden en moest de advertentiecampagne stopzetten.

Ook blijkt het 'afbalken' van gezichten in dagbladen en tijdschriften niet altijd voldoende om personen onherkenbaar te maken. Dit blijkt allereerst uit een rechterlijke uitspraak uit 1993 over een door Panorama gepubliceerd portret van een aan lager wal geraakte bokser [noot 61]. De bokser was ooit kampioen lichtgewicht van Nederland maar zou zich volgens het blad na zijn successen met criminele activiteiten hebben beziggehouden. Volgens Panorama was er van een portret geen sprake nu het gezicht van de bokser was afgebalkt. De rechter oordeelde echter dat het afbalken niet zodanig was dat de geportretteerde onherkenbaar was geworden. In 2003 liet de rechter zich uit over een soortgelijke kwestie naar aanleiding van het televisieprogramma 'Breekijzer' [noot 62]. De programmamaker Pieter Storms had bij het maken van televisieopnamen meermalen onaangekondigd een werknemer benaderd met draaiende camera. Volgens de rechter had hij de werknemer op intimiderende wijze geconfronteerd met niet-geverifieerde verwijten, zonder hem op behoorlijke wijze gelegenheid te geven zijn visie op de zaak te geven. Bovendien had hij zich uiterst negatief en denigrerend over hem en zijn werkgever uitgelaten. Het verweer dat het gezicht van de werknemer was voorzien van een balkje mocht niet baten. De rechter stelde vast dat iemand ook mét balkje herkenbaar kan blijven voor zijn directe omgeving. Bovendien kan een balkje juist de indruk versterken dat de geportretteerde in enig opzicht verdacht of zelfs schuldig is.

8.3 'Portretrecht' op huizen en natuurschoon

De publicatie van een huis zonder toestemming van de bewoner ervan levert uiteraard geen portretrechtelijke schending op. Niettemin deed de rechter in dit verband begin 2006 een noemenswaardige uitspraak [noot 63]. In deze zaak had Fortis Bank van een stockbureau het gebruiksrecht van een foto gekocht ten behoeve van haar website en enkele brochures. De afbeelding betrof een zonnige kleurenafbeelding van een pittoresk wit vrijstaand huis aan de rand van een bos. De eigenaren, die van de publicatie vooraf niet op de hoogte waren gesteld, voerden aan dat de woning geen koophuis was en nooit verhypothekeerd. Het betrof een voormalige dienstwoning van een buitenplaats die reeds 130 jaar familiebezit was. Gelet op de historische en familiale achtergrond van deze buitenplaats, die onder de Natuurschoonwet viel, was de bancaire context in hun ogen oneigenlijk. Hiermee voelden zij zich aangetast in hun recht op privacy. De rechter oordeelde dat Fortis Bank door de omvang van de verspreiding en de commerciële exploitatie van de afbeelding bewust het risico had aanvaard dat de eigenaar van de woning hier aanstoot aan zou kunnen nemen. Fortis moest de eigenaren op die rond een schadevergoeding van vijfduizend euro betalen. Sommige juristen spreken na deze uitspraak gekscherend over de introductie van een 'portretrecht op huizen en natuurschoon'. Hoe dan ook blijkt hieruit dat het fotograferen van huizen soms op juridische bezwaren kan stuiten.

8.4 Toestemming voor publicatie

Een geportretteerde kan zich uiteraard niet tegen publicatie verzetten als hij daar eerder toestemming voor heeft gegeven. Dit wordt onder meer geïllustreerd door een rechtszaak uit 1977 over een naaktportret van de Nederlandse kunstenares Phil Bloom [noot 64]. Tien jaar eerder had zij zich voor het 'Lieverdje' op het Spui te Amsterdam slechts bedekt met een bos tulpen laten fotograferen door de fotograaf Peter Dicampos. Phil Bloom had de fotograaf toestemming gegeven voor publicatie en daarvoor honderd gulden ontvangen. Enkele jaren later kwam zij haar naaktfoto tegen op ansichtkaarten en posters, voorzien van de tekst 'From Holland with love'. Phil Bloom stelde dat de bewuste naaktfoto moest worden gezien als een stunt in 'Provo-happeningssfeer' waarvan zij inmiddels afstand had genomen. Voortzetting van deze publicatie zou haar belemmeren in het opbouwen van haar carrière als beeldend kunstenares. De rechter oordeelde echter dat Phil Bloom aan haar toestemming indertijd geen voorwaarden of beperkingen had verbonden. De kwitantie van honderd gulden maakte in elk geval geen melding van enig voorbehoud in die zin. Ook meende de rechter dat Phil Bloom het gebruik van haar naaktfoto jarenlang had toegelaten. Zij kon de rechter er niet van overtuigen dat de publicatie op de ansichtkaarten en posters – die haar naam niet vermeldden en hoofdzakelijk voor buitenlandse toeristen bestemd waren – na zoveel jaren ineens schadelijk was voor haar carrière.

Latere rechtspraak heeft duidelijk gemaakt dat men niet te snel mag aannemen dat de geportretteerde toestemming heeft gegeven voor iedere vorm van publicatie. Zo moet men altijd nagaan voor welk doel de geportretteerde zijn of haar toestemming heeft verleend. Toestemming voor publicatie mag bijvoorbeeld niet automatisch worden afgeleid uit medewerking aan de opname zelf. Bovendien hoeft toestemming voor publicatie in het ene blad nog niet te betekenen dat toestemming voor publicatie in elk ander blad en elke andere context is gegeven. Dit geldt met name als het gaat om publicaties in een sfeer van naakt, erotiek of als ondersteuning van een commerciële reclame-uiting (zie ook paragraaf 6.9). De fotograaf doet er dan verstandig aan de toestemming van de geportretteerden en het doel van de publicatie schriftelijk vast te leggen, bijvoorbeeld in een zogenaamde 'quitclaim'. Dit geldt ook voor fotografen die met fotomodellen werken. Als modellen nog minderjarig zijn, dan zullen hun ouders deze toestemming moeten geven. Deze waarschuwing geldt met name voor amateurmodellen. Agentschappen van professionele modellen regelen dergelijke toestemming meestal in strikte contracten. Zekerheidshalve kan men dit soort zaken beter altijd vooraf verifiëren.

Een voorbeeld van deze strenge toestemmingseis betreft een rechtszaak uit 1996 over een televisie-uitzending van RTL 4 met een zeker erotisch karakter [noot 65]. De opnamen waren gemaakt in een discotheek waar de drank op dat moment voor de halve prijs werd verkocht. In aangeschoten toestand en zich nauwelijks bewust van de omgeroepen mededelingen dat er televisieopnamen werden gemaakt, nam een mannelijke bezoeker deel aan een stripteasequiz op het podium. Door de compromitterende uitzending raakte de man zowel zijn baan als zijn vriendin kwijt. De rechter bepaalde dat RTL 4 onvoldoende had nagegaan of de man werkelijk met de uitzending had ingestemd, vooral omdat de context waarin de beelden waren uitgezonden weinig flatterend waren. De omroep mocht het programma dan ook niet herhalen en moest bovendien een schadevergoeding betalen.

8.5 In opdracht

In artikel 19 en 20 van de Auteurswet vinden we allereerst de bescherming van de geportretteerde die zelf opdracht heeft gegeven tot het maken van zijn portret. Ruwweg zou je kunnen zeggen dat van zo'n opdrachtsituatie sprake is wanneer het initiatief ligt bij de geportretteerde. De opdracht kan weliswaar ook afkomstig zijn van een ander dan de geportretteerde zelf, maar dan moet het portret tot stand komen (mede) ten behoeve van de geportretteerde en met diens medewerking. De geportretteerde moet dan een zeker belang bij de foto hebben. Een voorbeeld hiervan is het gemeentebestuur dat opdracht geeft tot het maken van een portret van de burgemeester. Hetzelfde geldt voor de school die namens de ouders opdracht geeft tot het maken van klassenfoto's. Bedenk echter wel dat het meewerken aan een foto en zelfs het daarmee volmondig instemmen op zichzelf nog geen opdrachtsituatie impliceert. Zo is er bij een (beroeps)fotomodel dat zich laat inhuren door een fotograaf normaal gesproken geen sprake van een opdracht van het model.

Degene die in opdracht geportretteerd is, heeft een verbodsrecht op grond waarvan hij zich altijd kan verzetten tegen ongeautoriseerde publicaties door derden. Het verbodsrecht is sterker dan het auteursrecht van de fotograaf. Die zal dus eerst toestemming moeten vragen voordat hij een in opdracht gemaakt portret gebruikt op bijvoorbeeld een tentoonstelling, in een winkeletalage of op een website. Ook in een ander opzicht is het recht van de in opdracht geportretteerde sterker dan het auteursrecht van de fotograaf. De geportretteerde zelf mag namelijk zonder toestemming van de fotograaf zijn portret (laten) verveelvoudigen en uitdelen. Hij mag zelfs zonder toestemming van de fotograaf zijn portret (laten) publiceren in kranten en tijdschriften. Waarschijnlijk geldt dit ook voor alle overige media maar daarover is de wet niet duidelijk. De fotograaf kan voor dit gebruik ook geen vergoeding bedingen. Wel moet in alle gevallen zijn naam worden vermeld. Ook zal de geportretteerde altijd rekening moeten houden met de portretrechten van eventueel andere afgebeelde personen. Als de in opdracht geportretteerde is overleden, dan kunnen zijn nabestaanden – ouders, echtgenoot, geregistreerd partner en kinderen – tien jaar lang een beroep doen op het portretrecht

8.6 Niet in opdracht gemaakt

In de meeste gevallen zal duidelijk zijn of een portret wel of niet in opdracht is gemaakt. Niettemin doen zich soms lastige grensgevallen voor. Zo ook in een rechtszaak uit 1994 tussen actrice Ella van Drumpt en uitgeverij Spaarnestad. De uitgeverij had in het tijdschrift Playboy enkele naaktfoto's van de actrice gepubliceerd. De beelden betroffen zogenaamde 'stills' uit de Nederlandse film De Gulle Minnaar die in opdracht van de producent en met toestemming van Van Drumpt waren gemaakt voor promotionele doeleinden. Ook Playboy kreeg van de producent enkele naaktfoto's toegespeeld. Van Drumpt was het niet eens met de publicatie in dit blad en deed een beroep op een redelijk belang van artikel 21. Kennelijk beschouwde zij de foto's als niet in opdracht gemaakte portretten. De vraag is of dat inderdaad zo was, maar ook als het in opdracht gemaakte foto's waren, had Van Drumpt weinig kans van slagen bij de rechter. Ze had in haar filmcontract namelijk het uitsluitende recht aan de producent gegeven om zonder verdere toestemming en zonder extra vergoedingen haar naam en portret te gebruiken in verband met de exploitatie van de film in de ruimste zin van het woord. En wie eenmaal een dergelijke toestemming heeft gegeven, kan daar niet zomaar op terugkomen [noot 66].

8.7 Persvrijheid versus privacy

Wanneer de geportretteerde een redelijk belang heeft, wil dat op zichzelf nog niet zeggen dat hij ook daadwerkelijk met succes kan optreden tegen een publicatie. Zijn belang zal steeds moeten worden afgewogen tegen andere belangen, met name de persvrijheid. Dit recht is afgeleid van de grondwettelijke vrijheid van meningsuiting. In een democratische samenleving vervullen de media een belangrijke rol. Zij zorgen voor de verspreiding van informatie en hebben daarbij de functie van publieke waakhond. Dit betekent dat de media het recht hebben om informatie en meningen te vergaren en openbaren. Het publiek heeft het recht over zaken van publiek belang te worden geïnformeerd. Zowel het recht op privacy als de persvrijheid zijn wezenlijk voor de ontplooiing van het individu en de samenleving als geheel. Tussen deze twee grondrechten valt geen algemene rangorde aan te geven. Elk conflict hierover zal steeds per geval moeten worden beoordeeld. Uit de grote hoeveelheid rechtspraak op dit gebied blijkt dat de regel dat de media zich telkens moeten afvragen of het voor het overbrengen van een bepaalde boodschap noodzakelijk is om een persoon herkenbaar in beeld te brengen. Daarbij dienen zij rekening te houden met zowel de privacybelangen van de geportretteerde als met diens commerciële belangen. In de volgende paragrafen gaan we hier verder op in.

PORTRETTEN IN RECLAME

8.8 Personen met verzilverbare populariteit

Topsporters, artiesten en andere door hun beroep populair geworden personen hebben een commercieel portretrecht; zij hebben zogezegd een verzilverbare populariteit. Dit recht is niet zozeer gebaseerd op het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer, maar vooral op het rechtsbeginsel dat het profiteren van bepaalde prestaties toebehoort aan degene die deze heeft verricht. Publicatie van een portret in een commerciële reclame-uiting vereist voorafgaande toestemming van de geportretteerde. Datzelfde geldt voor publicaties van liefdadige aard [noot 67]. Indien toestemming van de geportretteerde ontbreekt, heeft die een redelijk belang om tegen de publicatie op te treden. Zo maakte de bekende Nederlandse bokser Arnold Vanderlijde in 1993 met succes bezwaar tegen publicatie van zijn portret in Panorama [noot 68]. Het weekblad had zonder toestemming een als poster uitneembare foto van de bokser geplaatst. Omdat Vanderlijde volgens de rechter een verzilverbare populariteit bezit, moest de uitgeverij van Panorama de bokser een aanzienlijke schadevergoeding betalen.

Op grond van het portretrecht mogen fotografen ook niet zonder toestemming portretten van bekende personen te koop aanbieden. Dit blijkt uit een rechterlijke uitspraak uit 2002 over een geschil tussen galerie Donkersloot en de Rolling Stones [noot 69]. Donkersloot had aanvankelijk toestemming gekregen om enkele schilderijen en monoprints met de portretten van Mick Jagger, Keith Richards, Charly Watts en Ron Wood te produceren en verkopen. Op een gegeven moment trokken de bandleden deze toestemming weer in, nadat Donkersloot zich niet aan bepaalde afspraken zou hebben gehouden. Aangezien Donkersloot de schilderijen desondanks bleef verkopen, liet de muziekband beslag leggen op de stukken. De rechter oordeelde dat Donkersloot inbreuk had gemaakt op het portretrecht van de verschillende bandleden van The Rolling Stones. Zij hadden op grond van hun verzilverbare populariteit een redelijk belang om zich te verzetten tegen de openbaarmaking van hun portretten.

Deze verzilverbare populariteit kan echter niet verhinderen dat de media in woord en beeld mogen berichten over het wel en wee van publieke figuren. Dergelijke berichtgeving valt namelijk gewoon onder de persvrijheid. Weliswaar doen de meeste uitgevers dat met een commercieel oogmerk, maar toch bijna steeds in de vorm van een journalistieke uiting. Publieke figuren kunnen zich dan ook niet snel verzetten tegen het gebruik van hun portret in de media – inclusief de roddelpers – op voorwaarde dat aan alle journalistieke zorgvuldigheidseisen is voldaan. Dit is zelfs het geval wanneer het bewuste portret staat afgebeeld op de omslag van geïllustreerde bladen. Met die voorpagina mogen deze bladen zelfs reclame maken. Wel zal de afgebeelde persoon dan ook in het blad moeten voorkomen. Het gebruik van een willekeurig aantrekkelijk portret dat puur dient ter versiering van de omslag is dus niet toegestaan. Het is de vraag of het voorgaande ook geldt voor de omslagen van boeken. Waar de plaatsing van een portret binnenin het boek nog onmisbaar kan zijn als illustratie bij het verhaal, zal plaatsing op de omslag mogelijk eerder worden aangemerkt als versiering met hoofdzakelijk commerciële waarde. Uitgevers van boeken doen er dan ook verstandig aan om ten aanzien van het plaatsen van portretten op boekomslagen niet alleen de auteursrechtelijke toestemming van de fotograaf maar ook toestemming van de geportretteerde te verkrijgen.

8.9 Personen zonder verzilverbare populariteit

Ook personen zonder verzilverbare populariteit kunnen zich verzetten tegen gebruik van hun portret in een commerciële context. Weliswaar is daarbij geen sprake van geschonden commerciële belangen, maar de geportretteerde kan zich wel beroepen op de bescherming van zijn persoonlijke levenssfeer. Dit blijkt uit een rechterlijke uitspraak uit 1997 over een professionele discodanser in een Amsterdamse discotheek [noot 70]. In een advertentie op de achterkant van de Gay Krant stond de danser zonder zijn toestemming afgebeeld. Hij wenste om persoonlijke redenen niet als boegbeeld van de Amsterdamse gay scene te fungeren. De rechter stelde de danser in het gelijk. Het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer betekent dat iedere persoon – bekend of onbekend – een redelijk belang heeft om zich te verzetten tegen gebruik van zijn portret in een reclame-uiting. Opname van een portret in een reclame heeft tot gevolg dat de geportretteerde door het publiek geassocieerd zal worden met dat product of die dienst. Het publiek zal er namelijk veelal vanuit gaan dat het gebruik van het portret niet zonder toestemming van de geportretteerde heeft plaatsgevonden. Men zal het portret dan ook beschouwen als een blijk van publieke ondersteuning van het product of de dienst door de geportretteerde.

Politici en andere openbare gezagsdragers worden eveneens gerekend tot de groep personen zonder verzilverbare populariteit. De leden van het Koninklijk Huis, voor wie hetzelfde geldt, komen in paragraaf 6.12 afzonderlijk aan bod. Deze groep publieke figuren wordt op grond van de aard der functies niet geacht medewerking te kunnen verlenen aan commerciële reclame-uitingen. Ongeautoriseerd gebruik van het portret zal in veel gevallen wel een inbreuk op hun privacy tot gevolg hebben. Zo spande premier Balkenende in 2004 met succes een rechtszaak aan tegen de feestorganisatie Ex Porn Star. Die had in Amsterdam posters met zijn portret verspreid; in een gemanipuleerde afbeelding had hij zijn handen om de billen van een naakte vrouw die bovenop hem zat. De geslachtsdelen waren afgeschermd met de woorden 'Normen & Waarden Censuur'. Zijn ogen waren afgedekt met een balkje en het woord 'Balkie'. Balkenende eiste met een beroep op zijn privacy een verbod op de posters en een schadevergoeding. De rechter beval de organisatie de reeds verspreide posters zodanig af te plakken dat het gelaat van de premier niet langer herkenbaar zou zijn. Daarnaast moest zij alle niet verspreide affiches vernietigen. De rechter wees de schadeclaim echter af omdat de premier geen verzilverbare populariteit toekwam.

In een andere procedure uit 2005 had winkelketen Kijkshop een gepersifleerd portret van Balkenende afgedrukt met de slagzin 'Zonder verkoper shopt J-Peetje goedkoper'. De rechter oordeelde dat de tekening een portret opleverde. De afbeelding vertoonde namelijk voldoende karakteristieke kenmerken van de minister-president, zoals haardracht, bril en gelaatsuitdrukking. Vervolgens overwoog de rechter dat Balkenende een redelijk belang had om zich te verzetten tegen deze als denigrerend te beschouwen publicatie. Wegens de afwezigheid van een verzilverbare populariteit werd de eis tot schadevergoeding van Balkenende ook nu afgewezen.